Algemeen

Financieel perspectief

In deze paragraaf geven wij een toelichting op de hoofdlijnen van deze voorliggende meerjarenbegroting 2024-2027. Zoals ook in het bestuurlijk perspectief beschreven, hebben we bij het opstellen van deze begroting opnieuw te maken met uitdagende vraagstukken en onzekerheden over onze baten en lasten. Dit brengt met zich mee dat over de jaren 2026 en 2027 geen sluitende begroting kunnen presenteren.

In het vervolg van deze paragraaf lichten wij toe welke financiële consequenties het vastgestelde beleid voor 2024-2027 heeft.

Ontwikkeling saldo na kadernota

2024

2025

2026

2027

Start kadernota 2024

-177.000

4.430.000

-1.654.000

-2.313.000

Verwerking besluitvorming

-60.000

-130.000

-130.000

-130.000

Algemene ontwikkelingen

1.296.000

314.000

386.000

2.308.000

Invulling pm-posten kadernota

1.062.000

-614.000

-1.056.000

-1.649.000

Nieuwe ontwikkelingen

-1.742.000

-2.442.000

-2.810.000

-2.524.000

Correcties op de begroting/kadernota

45.000

-53.000

-95.000

151.000

Saldo begroting 2024-2027

424.000

1.505.000

-5.359.000

-4.157.000

Het startpunt van deze begroting is de stand van de eerste technische wijziging 2023 samen met de ontwikkelingen uit de kadernota 2023. Vervolgens is in september jl. de bestuursrapportage 2023 vastgesteld. Daarnaast hebben we in deze begroting de pm posten uit de kadernota, nieuwe ontwikkelingen en correcties op de begroting en kadernota verwerkt. Dit lichten we hierna verder toe.

Onderstaand is een toelichting gegeven op een aantal specifieke onderdelen in de begroting

  1. Verwerking besluitvorming

Dit betreft de verwerking van de meerjarige effecten van de bestuursrapportage en het amendement over het evenemententerrein dat bij de kadernota is aangenomen .

  1. Algemene ontwikkelingen

De bedragen in verband met de algemene ontwikkelingen betreffen:

Algemene ontwikkelingen

2024

2025

2026

2027

Brief meicirculaire 2023

500.000

539.000

666.000

953.000

Ontwikkeling algemene uitkering 2027

-

-

-

2.124.000

Renteontwikkeling

796.000

-225.000

-280.000

-769.000

1.296.000

314.000

386.000

2.308.000

Brief meicirculaire 2023: Bij de kadernota is de raad geïnformeerd over de ontwikkeling van de algemene uitkering op basis van de meicirculaire 2023. Deze bedragen zijn nu verwerkt in de begroting 2024.

Ontwikkeling algemene uitkering 2027: In de septembercirculaire 2023 is een raming opgenomen voor de nieuwe accressystematiek van het gemeentefonds. Op basis van de historische ontwikkeling van het bruto binnenlands product ontvangt de gemeente een volumeaccres van € 2,1 mln. Daarmee wordt het "ravijn" in 2027 iets minder diep.

Renteontwikkeling: op basis van de verwachte investeringsplanning is een nieuwe liquiditeitsprognose opgesteld. Vanaf 2025 wordt uitgegaan van een stijging van de rentelasten, omdat voor nieuwe leningen een hoger rentepercentage wordt verwacht.

  1. Invulling pm-posten uit de kadernota

De invulling van de pm-posten uit de kadernota zorgt in 2024 nog voor een positief effect op het saldo en in de jaren daarna voor een negatief effect. Dit ziet er als volgt uit:

Invulling pm-posten kadernota

2024

2025

2026

2027

Beheerplannen openbaar domein investeringen

-225.000

72.000

345.000

693.000

Dekking uit reserve Nota kapitaalgoederen

225.000

-72.000

-345.000

-693.000

Effect ingroeimodel reserve-onttrekkingen

-

-325.000

-650.000

-975.000

Beheerplannen openbaar domein budgetten

121.000

-164.000

-264.000

-186.000

Saldo parkeerexploitatie

-194.000

2.233.000

-275.000

-224.000

Mutatie reserve parkeren

194.000

-2.233.000

275.000

224.000

Bijdrage Merwedelijn en ontwikkelingen A12-zone

-1.656.000

-

-

-

Aanwending 50% saldo jaarrekening 2022

1.656.000

-

-

-

Beheerplannen vastgoed investeringen

-8.000

-127.000

-135.000

-294.000

Ontwikkeling kapitaallasten

949.000

2.000

-7.000

-194.000

1.062.000

-614.000

-1.056.000

-1.649.000

Beheerplannen openbaar domein investeringen: Het effect op de kapitaallasten is doorgerekend. De jaarlijkse kredieten nemen toe. Er is rekening mee gehouden dat de kapitaallasten in 2024 lager zijn dan begroot, doordat bij de jaarrekening 2023 een aantal investeringen over oude jaren wordt afgesloten, die niet volledig zijn besteed.

Dekking uit reserve Nota kapitaalgoederen: Het effect van de nieuwe beheerplannen wordt verrekend met de reserve kapitaalgoederen.

Effect ingroeimodel reserve-onttrekkingen: Op dit moment wordt dekking voor kapitaallasten van Betere buurten en de beheerplannen openbaar domein voor een belangrijk deel gevonden in een onttrekking aan de reserves voor deze onderdelen. Nadeel hiervan is dat op het moment dat de reserves uitgeput zijn, de kapitaallasten op één moment volledig ten laste van het begrotingssaldo komen. Er is daarom een scenario ontwikkeld waarbij er jaarlijks een oplopend bedrag ten laste van de begroting komt, waardoor er een ingroeimodel ontstaat tot het moment waarop de reserves zijn uitgeput. Daarbij gaat het om een bedrag van € 325.000 vanaf 2025. Omdat nieuwe beheerplannen kunnen leiden tot andere benodigde bedragen, wordt het bedrag iedere vier jaar geactualiseerd. Om dit ingroeimodel uit te kunnen voeren wordt voorgesteld om de bestaande reserves Betere buurten en Nota kapitaalgoederen samen te voegen in een nieuwe reserve Betere buurten en beheerplannen.

Beheerplannen openbaar domein budgetten: Het gaat hierbij om onderhoud waarvoor budgetten in de begroting staan, of ten laste van voorzieningen worden gebracht. Een deel van de voorzieningen valt vrij, doordat er jaarlijks gelijke onderhoudsbudgetten in de begroting worden opgenomen. Het niet meer benodigde saldo van de voorziening kan worden toegevoegd aan de reserve Nota kapitaalgoederen. Daarmee is er een hoger bedrag beschikbaar in de reserve nota kapitaalgoederen.

Parkeerexploitatie: In de begroting 2024 is de parkeerexploitatie geactualiseerd, zonder nieuwbouw van parkeergarage Zuid (P15) en met een verhoging van de parkeertarieven met € 0,10 per jaar . De saldi over de jaren komen ten laste van de reserve parkeren, onder voorbehoud van uw besluitvorming daarover in de 2e technische wijziging 2023. De inkomsten uit verkoop van parkeerplaatsen in 2025 komen ten gunste van de reserve.  

Bijdrage Merwedelijn en ontwikkelingen A12-zone: conform het voorstel bij de jaarrekening 2022 is in de begroting de storting in de reserve Merwedelijn en ontwikkeling A12-zone opgenomen. Het gaat hierbij om 50% van het voordelig saldo na bestemming van de jaarrekening.

Beheerplannen vastgoed investeringen: deze leiden naast de geraamde gevolgen voor de voorzieningen, ook tot hogere kapitaallasten voor investeringen.

Ontwikkeling kapitaallasten: Uitstel van een aantal investeringen levert in de eerste jaren van het perspectief een voordeel op ten opzichte van de raming die in de kadernota is verwerkt. Waar nodig is rekening gehouden met vertraging in het ontvangen van (huur)inkomsten. Op basis van de bijgestelde investeringsplanning is de verwachting dat de kapitaallasten vanaf 2026 hoger worden dan de raming nu, onder meer als gevolg van gestegen kosten.

  1. Nieuwe ontwikkelingen

Nieuwe ontwikkelingen

2024

2025

2026

2027

Ontwikkelingen binnen VEKOB

-1.497.000

-1.660.000

-2.119.000

-1.831.000

Ontwikkelingen scholen

-27.000

-438.000

-461.000

-464.000

Tijdelijke sporthal Parkhout

-128.000

-259.000

-145.000

-144.000

Overige ontwikkelingen

-90.000

-85.000

-85.000

-85.000

-1.742.000

-2.442.000

-2.810.000

-2.524.000

Ontwikkelingen binnen VEKOB: dit betreft voornamelijk de BUIG-gelden, hierbij is de verwachting dat de gemeente een fors nadeel heeft bij de verdeling van de BUIG-gelden in de komende jaren (oplopend naar 1,5 miljoen in 2027). Daarnaast is de OVA index hierin verwerkt.

Ontwikkelingen scholen: dit betreft de kapitaallasten tijdelijke school Rijnhuizen, daarnaast zijn de vitale scholen doorgerekend. Vanaf 2028, nadat de scholen worden opgeleverd, nemen de afschrijvingslasten sterk toe. De vervangende huisvesting is nu nog niet geraamd. Onbekend is nog op welke wijze dat wordt geregeld en wat de kosten daarvan zullen zijn.

Tijdelijke sporthal Parkhout: De meerkosten voor de tijdelijke sporthal voor Koveni in Parkhout zijn conform het voorstel verwerkt in de begroting.

Overige ontwikkelingen: Dit betreft diverse kleinere aanpassingen.

  1. Correcties op de begroting/kadernota

Dit betreft eveneens diverse kleinere aanpassingen.

Verwerking moties ideeënmarkt
De financiële effecten van de voorstellen uit de ideeënmarkt zullen worden verwerkt in de 1 e technische wijziging 2024. Omdat deze ten laste worden gebracht van het beschikbare budget van de raad, hebben deze geen effect op het saldo van de begroting 2024.

Begrotingsjaar 2026 en 2027
Zoals uit deze paragraaf blijkt zijn de begrotingssaldi voor 2024 en 2025 positief. Voor 2026 en 2027 presenteren wij een begroting met een negatief saldo. Hiermee volgen wij het advies van de VNG over dit onderwerp en maken we de negatieve gevolgen van het Rijksbeleid op de begroting van de gemeente zichtbaar. We doen nu nog geen voorstellen voor maatregelen vanaf 2026. Wel zullen wij in de komende periode starten met de uitvoering van het plan van aanpak om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting in 2025. Dit treft u aan als bijlage bij het raadsvoorstel voor de programmabegroting.

Inflatiecorrectie
In deze begroting is rekening gehouden met de CPB ramingen voor de verwachte loon- en prijsstijgingen voor 2024. Dit zijn dezelfde maatstaven die het rijk hanteert. Hierbij is de inflatiecorrectie deels toegevoegd aan budgetten en deels in de stelpost Ruimte voor indexering verwerkt. Deze stelpost kan gebruikt worden om grotere prijsverschillen te kunnen opvangen binnen deze begroting. In de septembercirculaire van het gemeentefonds is aangegeven dat voor 2024 moet worden uitgegaan van hogere stijgingen dan waarvan wij bij de kadernota waren uitgegaan. Het extra bedrag dat hiervoor in de algemene uitkering wordt ontvangen, reserveren we op de stelpost Ruimte voor indexeringen. Dit bedrag kan in 2024 worden gebruikt voor aanpassing van de budgetten. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf algemene dekkingsmiddelen.  

Weerstandsvermogen
De ratio voor het weerstandsvermogen is voor 2024 nog steeds van een uitstekend niveau, maar wel lager dan in 2023 (2024: 3,7 t.o.v. 2023: 4,5). Ondanks de daling is de omvang van ons weerstandsvermogen op dit moment nog van voldoende niveau voor het opvangen van de risico’s. Voor de langere termijn blijft het van belang de baten en lasten goed te blijven monitoren. Zo zien we de solvabiliteit in 2027 een belangrijke grenswaarde bereiken.

Deze pagina is gebouwd op 11/13/2023 12:02:08 met de export van 11/13/2023 11:45:58